ga naar de hoofdinhoud

§ 5.4 Van werk naar werk

Wanneer de arbeidsplaats van de werknemer vervalt door bedrijfseconomische omstandigheden, dan is de werknemer vanaf dat moment boventallig. Werkgever en werknemer spannen zich vervolgens gedurende een herplaatsingstermijn van 18 maanden in om de werknemer te begeleiden naar andere, passende werkzaamheden.

Artikel 5.4.1 Plan van aanpak opstellen

  1. Binnen 2 maanden vanaf het moment van boventalligheid stellen werkgever en werknemer een plan van aanpak vast. Dit plan bevat tenminste:
    - welk doel wordt nagestreefd;
    - wanneer sprake is van een passende functie;
    - welke passende functies in de organisatie bestaan;
    - hoe scholing en/of opleiding en/of andere instrumenten kunnen worden ingezet;
    - wat de werkgever van de werknemer mag verwachten;
    - wat de werknemer van de werkgever mag verwachten; en
    - hoe de begeleiding naar ander passend werk structureel vorm wordt gegeven door middel van periodieke evaluatiemomenten.
  2. Om de doelstellingen uit het plan van aanpak te kunnen realiseren in het vinden van ander passend werk, wordt een transferbudget van ten minste € 5.000,- ter beschikking gesteld. Dit budget wordt onder voorwaarden volgens het “Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding” in mindering gebracht op een eventuele transitievergoeding. Werkgever en werknemer maken afspraken over besteding en verrekening. Een eventueel resterend budget wordt niet aan de werknemer uitbetaald, maar valt terug aan de werkgever.
  3. De werknemer heeft bij vrijgekomen, passende functies in de organisatie een voorrangspositie. Wanneer de werknemer niet geschikt is, is werkgever verplicht te onderzoeken of de werknemer in alle redelijkheid geschikt is te maken. Als er meerdere (potentieel) geschikte boventallige werknemers op de vrijgekomen functie solliciteren, dan heeft diegene die het langst boventallig is voorrang.
  4. De werkgever zal tijdens de herplaatsingstermijn aan de boventallige werknemer ten minste 1 aanbod doen voor een passende functie binnen de eigen organisatie. Dit kan ook een functie zijn waarvoor de werknemer nog niet direct geschikt is maar binnen de herplaatsingstermijn geschikt is te maken.
  5. Indien aan de werknemer binnen de herplaatsingstermijn geen passende functie kan worden aangeboden, kan de werkgever hiervoor in de plaats een begeleidingstraject inzetten naar een passende functie buiten de organisatie.
  6. Met inachtneming van lid 5 hangt het moment dat het begeleidingstraject naar een passende functie buiten de organisatie wordt ingezet af van de situatie, mogelijkheden en perspectieven en/of de wens van de werknemer. Deze begeleiding naar een passende functie buiten de organisatie kan in overeenstemming met de werknemer worden overgedragen aan een externe partij.
  7. De werkgever kan op basis van voor de werknemer geldende, zwaarwegende persoonlijke omstandigheden besluiten:
    a. de herplaatsingstermijn van 18 maanden te verlengen;
    b. het plan van aanpak uit te breiden; of
    c. dat de boventallige werknemer geschikt of geschikt te maken is voor een functie.
  8. Werknemers voor wie boventalligheid dreigt, kunnen tevens verzoeken om toepassing van dit artikel.

Artikel 5.4.2 Plan van aanpak activeren

De werkgever en werknemer voeren in elk geval het plan van aanpak uit door de volgende zaken gezamenlijk te verkennen:
a. in kaart brengen van kennis, vaardigheden, belangstelling en mogelijkheden op de arbeidsmarkt, in verschillende vormen;
b. om-, her- en bijscholing;
c. detachering;
d. indiensttreding bij een outplacementbureau of re-integratiebedrijf; en
e. begeleiding bij het opzetten van een eigen bedrijf.

De uitkomsten van deze verkenning worden geëvalueerd en aan het plan van aanpak toegevoegd.

Artikel 5.4.3 Salarisgarantie

  1. Gedurende de herplaatsingstermijn houdt de werknemer recht op zijn volledige salaris, toelagen en IKB.
  2. De werknemer ontvangt een toelage wanneer hij binnen de organisatie wordt herplaatst in een andere, passende functie met een lager salaris. De toelage is gelijk aan het verschil tussen het nieuwe en het oude salaris op het moment van herplaatsing. Zowel het nieuwe salaris als de toelage worden verhoogd met de cao salarisverhogingen. De werkgever kan daarbij in individuele gevallen met de werknemer afspreken dat de toelage wordt opgenomen in het nieuwe salaris. In het geval van een reorganisatie kunnen in aanvulling op dit artikel afspraken worden gemaakt in het sociaal plan volgens hoofdstuk 8 (Medezeggenschap) van deze cao.
  3. De werknemer ontvangt een aanvulling wanneer hij buiten de eigen organisatie een passende functie aanvaardt met een lager salaris. De aanvulling wordt als volgt opgebouwd:
    a. tijdens de resterende maanden van de herplaatsingstermijn tot 100% van het oude salaris;
    b. tijdens de volgende 12 maanden tot 90% van het oude salaris;
    c. tijdens de volgende 12 maanden tot 80% van het oude salaris;
    d. tijdens de volgende 14 maanden tot 70% van het oude salaris.
  4. De aanvulling van lid 3 kan in overleg in één keer worden uitgekeerd.
  5. De werkgever kan voor de uitvoering van dit artikel aanvullende regels vaststellen.

Artikel 5.4.4 Ontslag wegens bedrijfseconomische redenen

Werkgever zal pas overgaan tot een ontslagaanvraag bij het UWV wegens bedrijfseconomische redenen nadat de stappen uit het plan van aanpak, zoals opgenomen in artikel 5.4.1, volledig zijn doorlopen en de herplaatsingstermijn is verstreken zonder resultaat. Alleen met instemming van de werknemer kan hiervan worden afgeweken.