ga naar de hoofdinhoud

ABP maakt pensioenpremies en indexatie 2023 bekend

ABP verhoogt de pensioenen per 1 januari 2023 met bijna 11,96%. De pensioenpremie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen stijgt in 2023 van 25,9% naar 27,9%.

Pensioenen groeien mee met inflatie dankzij soepelere regels

Het is de ambitie van ABP de pensioenen te laten meegroeien met de prijsontwikkeling. Bij het vaststellen van de hoogte van de pensioenverhoging kijkt ABP altijd naar de periode van september tot september voorafgaand aan het jaar van verhoging. In dit geval dus de periode van september 2021 tot september 2021, de prijsstijging bedroeg toen volgens het CBS 11,96%. In juli van dit jaar werden de pensioenen tussentijds verhoogd met 2,39%. Daarvoor was de laatste keer dat ABP de pensioenen volledig verhoogde in 2008.

ABP maakt gebruik van de soepelere regels om te verhogen. Deze regels zijn vastgesteld door de overheid om de overgang naar het nieuw pensioenstelsel soepeler te laten verlopen. Zo moet volgens deze nieuwe regels de gemiddelde dekkingsgraad hoger dan 105% zijn om te mogen indexeren. Met een beleidsdekkingsgraad van 118,1% eind oktober voldoet ABP daar ruimschoots aan. Bij volledige indexatie daalt de actuele dekkingsgraad van ABP van 125,5% naar 112,1%. Daarmee behoudt ABP een financiële buffer die een verantwoorde overstap naar het nieuwe pensioenstelsel mogelijk moet maken en voldoende comfort geeft in deze onrustige tijd.

Pensioenpremie voor 2023

De feitelijke premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen stijgt in 2023: van 25,9% naar 27,9%. Dat betekent niet automatisch dat werkgevers en werknemers meer gaan betalen voor hun pensioen.

Dat is voor deelnemers afhankelijk van het deel van het inkomen waarover ze premie betalen en de invloed van de verhoogde franchise (het deel van het inkomen waarover geen pensioenpremie betaald wordt). De premie kan daardoor zelfs afnemen. Bij een inkomen van € 2.600 bruto per maand wordt de premie ongeveer € 3 netto per maand lager. Bij een inkomen van € 3.500 bruto is dat ongeveer € 1 hoger en bij een inkomen van € 4.300 bruto circa € 5 hoger.

Voor werkgevers daalt de totale premie omdat de premie van 3%, die zij bijna geheel betaalden, voor de Vut-, Prepensioen- en Levensloopregeling vervalt. Deze VPL-regeling is beëindigd.

Bron: Persbericht ABP