Afspraken mobiliteit
Voor de cao 2024 hebben sociale partners gesproken over hun inzet om afspraken te maken over 'groene arbeidsvoorwaarden'.
In het cao akkoord 2024 is afgesproken een Challenge te organiseren om organisaties en werknemers te stimuleren het aantal grijze kilometers (fossiele brandstof) te reduceren. Uit de eindrapportage van de Groenopweg Challenge bleek dat het aantal grijze kilometers (fossiele brandstof) kan worden gereduceerd door onder andere het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer.
Daarnaast wil de sector waterschappen in het kader van het bevorderen van de gezondheid van werknemers hen stimuleren vaker op de fiets naar het werk te komen. En zo ook bijdragen aan bevordering van de vitaliteit en duurzame inzetbaarheid van werknemers. Het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer draagt ook bij aan het terugdringen van file- en parkeerdruk.
In het cao akkoord 2025 hebben sociale partners hierover basis afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn nu uitgewerkt, rekening houdend met fiscale regelgeving, en uitlegbaarheid en uitvoerbaarheid van de afspraken.
IKB-doel Aanschaf fiets
De werknemer kan maximaal 1.750,- euro bruto van het Individueel Keuze Budget (IKB) inzetten voor de aanschaf van een fiets voor eigen gebruik of groot onderhoud incl. een fietsaccu. De inleg van het IKB valt onder de werking van de Werkkostenregeling (WKR). In dat kader kan een werkgever jaarlijks kiezen voor een budget voor het IKB-doel Aanschaf fiets. Maar ook kiezen voor een vast of wisselend inschrijfmoment en een werkwijze bij overschrijding van het budget (indien van toepassing).
Ter beschikking stellen van een leasefiets door de werkgever
Bij het ter beschikking stellen van een leasefiets wordt de fiets door de werkgever geleased en aan de werknemer in bruikleen gegeven.
De werkgever stelt een leasefiets ter beschikking aan een werknemer waarbij:
- De werknemer de fiets zowel zakelijk als privé kan gebruiken.
- De werknemer de volledige leasekosten betaalt.
- De werknemer af ziet van de vergoeding voor woon-werkverkeer.
- De werknemer een fiscale bijtelling van 7% betaalt.
- De werkgever maandelijks een bruto werkgeversbijdrage van 50,- euro betaalt.
Bij eerder stoppen is de werknemer verplicht:
- De leaseovereenkomst over te (laten) nemen, bijvoorbeeld door de nieuwe werkgever; of
- De leasefiets over te nemen tegen de restwaarde; of
- De afkoopkosten te betalen.
Voor beide hierboven genoemde afspraken zijn modelregelingen opgesteld die van toepassing zijn als er bij de individuele werkgever hierover nog geen afspraken zijn gemaakt.
Ter beschikking stellen van een openbaarvervoerkaart door de werkgever
Bij het ter beschikking stellen van een openbaarvervoerkaart die ook privé gebruikt mag worden, blijft deze eigendom van de werkgever en gelden gebruiksvoorwaarden. Enerzijds ingegeven vanuit fiscale spelregels. Anderzijds ingegeven vanuit redelijkheid, uitlegbaarheid en om het privévoordeel in verhouding te laten zijn met het zakelijk/woon-werkgebruik.
Om gebruik te kunnen maken van een door de werkgever ter beschikking gestelde openbaarvervoerkaart gelden de volgende (gebruiks)voorwaarden:
- De reisafstand woon-werkverkeer is minstens 5 km.
- De omvang van het dienstverband is minimaal 0,6 FTE.
- Er moet jaarlijks minimaal 100 dagen van het aantal woon-werkreizen met het openbaar vervoer worden gereisd.
Naast deze nieuwe afspraken blijft de vergoeding voor eigen vervoer woon-werkverkeer ongewijzigd voortbestaan. Ook is er de mogelijkheid om een ander reisproduct zoals openbaarvervoerkaart voor 3 maanden uit te proberen. En kan per kalenderjaar worden gekozen voor een ander 'reisproduct'. Alleen voor de leasefiets is de werknemer gehouden aan de contractstermijn van drie jaar.
Omdat het implementeren van de afspraken rond de leasefiets en de openbaarvervoerkaart voor privégebruik nog enige tijd vergt (denk hierbij bijvoorbeeld aan eventuele aanbestedingen, het contracteren van leasemaatschappijen e.d.) gaan deze regelingen in per 1/3/2026.
De afspraak rond de IKB-fiets gaat in per 1/1/2026
Sociale partners hebben hiermee een basis gelegd voor het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer waarbij werknemers zelf een voor hen passende keuze in kunnen maken.