ga naar de hoofdinhoud

Een nieuw pensioenstelsel, wie bepaalt de inhoud van de nieuwe pensioenregeling?

De Vwvw is samen met de WWb, de WENB en andere partijen bezig om afspraken te maken over hoe de nieuwe pensioenregeling van het ABP er in de toekomst uit moet zien.

Door Arjan Guijt, adviseur werkgeverszaken voor de Vwvw bij de WENB

 

Na jaren onderhandelen tussen overheid, werkgevers en vakbonden kwam op 5 juni 2019 een principeakkoord tot stand. Daarin werden de hoofdlijnen van een nieuw pensioenstelsel overeengekomen. Het doel was om het pensioenstelsel ook voor de langere termijn houdbaar te maken door anders met risico’s, garanties en solidariteit om te gaan. Aanleiding voor de wijziging van het pensioenstelsel waren de stijgende kosten voor werkgevers en deelnemers en de dalende dekkingsgraden van de pensioenfondsen waardoor indexaties lange tijd achterwege bleven en zelfs geregeld kortingen van de pensioenen dreigde.

 

De werkgeversverenigingen WENB, WWb en Vwvw werden tijdens deze onderhandelingen voor het Pensioenakkoord vertegenwoordigd door de overkoepelende werkgeversvereniging VNO-NCW.

Nieuwe pensioenregeling

Een nieuw pensioenstelsel betekent ook een nieuwe pensioenregeling. Verschillende partijen zijn momenteel bezig afspraken te maken over hoe de nieuwe pensioenregeling van het ABP er in de toekomst uit moet zien. ABP verwacht de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2026 te kunnen invoeren.

Wetgeving

Om een nieuw pensioenstelsel en daarmee een nieuwe pensioenregeling überhaupt mogelijk te kunnen maken, is nieuwe wetgeving noodzakelijk. Het wetsvoorstel 'Wet toekomst pensioenen' moet de weg vrijmaken voor het nieuwe pensioenstelsel. Over deze wet is lang gedebatteerd in de Tweede Kamer. Op 22 december 2022 stemde de Tweede kamer uiteindelijk in met het wetvoorstel. Het wetsvoorstel ligt nu ter bespreking in de Eerste Kamer. De planning is dat de nieuwe wet op 1 juli 2023 in werking zou kunnen treden.

Pensioenkamer (PK)

De vakbonden en de werkgeversverenigingen voor de overheid en het onderwijs spreken elkaar over de inhoud van de pensioenregeling van het ABP in de Pensioenkamer. De Pensioenkamer stelt bijvoorbeeld het opbouwpercentage, de premieverdeling tussen werkgever en werknemer en de pensioenleeftijd. Deze afspraken worden vastgelegd in het pensioenreglement van het ABP.


De WENB en de werkgeversvereniging voor de drinkwaterbedrijven WWb zijn niet vertegenwoordigd in de Pensioenkamer en kunnen dus geen directe invloed uitoefenen bij de totstandkoming van de pensioenregeling van ABP. De werkgeversvereniging voor de waterschappen (Vwvw) wordt wel rechtstreeks vertegenwoordigd in de Pensioenkamer.

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP)

De Pensioenkamer (PK) maakt onderdeel uit van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP). De ROP is het centrale overlegplatform van de gezamenlijke sectorwerkgevers en werknemers bij de overheid. De ROP heeft diverse taken. Zo voert de Raad overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en adviseert hij het kabinet en de Tweede Kamer – desgevraagd of uit eigen beweging – over aangelegenheden die het overheidspersoneelsbeleid betreffen. Ook doet de ROP aanbevelingen aan de overheidssectoren. Voorts is de ROP verantwoordelijk voor de aard en de inhoud van de pensioenvoorziening van het overheidspersoneel.

 

De werkgeversverenigingen WENB en WWb zijn niet vertegenwoordigd in de ROP. Werkgeversvereniging Vwvw is wel vertegenwoordigd in de ROP.

Bestuur ABP

Het bestuur van ABP zorgt voor de uitvoering van de pensioenregeling. Dit betekent het innen van de premies, het beheren van de gelden, het voeren van de pensioenadministratie, de communicatie richting deelnemers en de uitkering van de pensioenen aan de pensioengerechtigden. Deze werkzaamheden worden vastgelegd in een Uitvoeringsovereenkomst. Het bestuur ABP bepaalt welke premie voor de uitvoering van de pensioenregeling noodzakelijk is en in hoeverre pensioenen geïndexeerd dan wel gekort moeten worden.

 

Strikt genomen heeft het bestuur ABP geen zeggenschap over de inhoud van de pensioenregeling. Het bestuur ABP heeft echter wel een belangrijke adviesrol voor sociale partners. Het bestuur ABP kan aangeven wat de kosten en administratieve gevolgen zijn van bepaalde keuzes die de Pensioenkamer maakt. In een uiterste geval dat een wijziging van de pensioenregeling praktisch niet uitvoerbaar is of tot ongewenste effecten leidt, kan ABP als pensioenfonds de uitvoering daarvan weigeren.

 

Het accepteren van wijzigingen in de pensioenregeling door ABP is een verantwoordelijkheid van het pensioenfonds. Bij deze opdrachtaanvaarding spelen de niet-uitvoerende bestuurders en het verantwoordingsorgaan van ABP geen rol. Wel leggen de uitvoerende bestuurders van pensioenfonds ABP achteraf verantwoording aan hen af over het gevoerde beleid. Daarbij beoordelen de niet-uitvoerende bestuurders en het verantwoordingsorgaan van ABP of de doorgevoerde wijzigingen inderdaad beheerst uitgevoerd kunnen worden. En of er geen groepen deelnemers of gepensioneerden zijn die onbedoeld nadelige gevolgen ondervinden.

Verantwoordingsorgaan (VO)

Het verantwoordingsorgaan beoordeelt jaarlijks achteraf of het bestuur goed gehandeld heeft. De 48 leden van het verantwoordingsorgaan vertegenwoordigen de 2,9 miljoen werknemers, werkgevers en gepensioneerden (deelnemers) van ABP. Het verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur over beleid en de gevolgen daarvan voor deelnemers; gevraagd én ongevraagd over bijvoorbeeld, de hoogte van de pensioenpremie en indexaties, het beleggingsbeleid en de manier van communiceren. Het verantwoordingsorgaan geeft vooraf advies, maar oordeelt ook achteraf of het bestuur goed gehandeld heeft.

 

Het VO heeft een adviesrecht over de nieuwe uitvoeringsovereenkomst/het uitvoeringsreglement als onderdeel van de opdrachtaanvaarding. Het VO heeft ook bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel een advies recht over het zogenaamde invaren van de oude pensioenrechten in de nieuwe pensioenregeling. Deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden krijgen bij invaren geen individueel bezwaarrecht. In plaats daarvan krijgt het VO , als vertegenwoordigend orgaan voor de werkgevers, (gewezen) deelnemers en gepensioneerden, dus een adviesrecht over het voorgenomen besluit tot invaren en de beleidsmatige keuzes die hierbij gemaakt worden.

 

De werkgeversverenigingen WENB en de WWb hebben één vertegenwoordiger in het VO. De werkgeversvereniging Vwvw heeft ook één vertegenwoordiger in het VO.

 

> meer over het thema pensioen op vwvw.nl