ga naar de hoofdinhoud

Invoering nieuwe pensioenwet opnieuw uitgesteld

De Tweede Kamer heeft meer tijd nodig om het wetsvoorstel voor de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) te bespreken.

Minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, Carola Schouten, heeft op 7 oktober de Tweede Kamer laten weten dat de beoogde invoeringsdatum van 1 januari 2023 wordt verschoven naar 1 juli 2023.

Overgang naar een nieuw pensioenstelsel

De nieuwe wet moet de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel mogelijk maken. De WTP geeft de kaders voor het vormgeven van de nieuwe pensioenregelingen. Ook omvat de wet regels voor de omzetting van de huidige pensioenregelingen naar het nieuwe stelsel. Het wetsvoorstel is een uitwerking van het in 2019 door het kabinet met werknemers- en werkgeversorganisaties gesloten akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel en de Hoofdlijnennotitie uitwerking pensioenakkoord.

Uitstel wetgeving

Dit is de tweede keer dat de invoering van de WTP is uitgesteld. Eerder werd de invoering van de wet ook al twee jaar vertraagd. De reden voor deze vertragingen is de enorme complexiteit van de wet. Voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel moeten namelijk heel veel afzonderlijke zaken geregeld worden. Voorbeelden hiervan zijn de verdeling van de huidige pensioengelden, het vaststellen van de inhoud van de nieuwe pensioenregelingen, de zeggenschap van deelnemers tijdens de overgangsfase naar het nieuwe stelsel en de compensatie van deelnemers die door de afschaffing van de doorsneepremie benadeeld worden.

Overgangsregelingen

Een van de lastigste onderwerpen in het wetsvoorstel zijn de regels voor het verdelen van het huidige opgebouwde pensioenkapitaal. De Nederlandse pensioenuitvoerders beheren nu gezamenlijk zo’n 1.500 miljard euro. Dit enorme collectieve vermogen moet verdeeld worden over allemaal individuele pensioenpotjes. Voor de verdeling van het pensioengeld waren in eerste instantie twee rekenmethodieken in het wetsvoorstel WTP opgenomen. De pensioenuitvoerders zouden dan zelf kunnen kiezen volgens welke methode zij het pensioenkapitaal willen gaan verdelen. Nu blijkt dat een van deze methodes tot ongelijke verdelingen van het geld tussen de deelnemers kan leiden. Het plan is nu om het wetsvoorstel zo te wijzigen, dat alle pensioenuitvoerders in principe één en dezelfde verdelingsmethode gaan gebruiken.

De verdelingsmethode moet er ook voor zorgen dat het bedrag in het toekomstige individuele pensioenpotje niet te veel gaat afwijken van het bedrag dat op dit moment voor een individuele deelnemer binnen het collectieve pensioenvermogen is gereserveerd. Het wetsvoorstel WTP zou daarom aangepast moeten worden door de opname van een minimumpercentage voor het bedrag dat een deelnemer bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling op zijn minst meekrijgt. Over de hoogte van zo’n minimumpercentage moet uiteraard weer gedebatteerd worden.

Uitstel wetgeving is slecht nieuws

Voor de pensioenuitvoerders is het nieuwe uitstel van de wet geen goed nieuws. Zij willen beginnen met het vaststellen en inregelen van de nieuwe pensioenregelingen. Dit is ook voor hen een enorme complexe operatie, die veel overleg met belanghebbenden over de nieuwe regelingen, enorme administratieve aanpassingen en communicatie met de deelnemers betekent. Het uitstel van de ondersteunende wetgeving betekent voor de pensioenuitvoerders het maken van nieuwe planningen en schuiven met uitvoeringscapaciteit.

Ook wordt door deelnemers, pensioenuitvoerders en de sociale partners veel van het nieuwe pensioenstelsel verwacht. Men hoopt dat het nieuwe pensioenstelsel aan veel van de huidige problemen een einde zal maken en dat de nieuwe situatie voor iedereen een verbetering zal betekenen. Vertraging in de wetgeving kan tot een vertraging van de implementatie van nieuwe regelingen leiden. Deze positieve effecten zullen dus langer op zich laten wachten, hetgeen vooral voor de huidige gepensioneerden slecht nieuws is.

Voor meer informatie verwijzen wij graag naar onderstaande websites: