Kamerbrief Gezond naar het pensioen
De pas aangetreden minister van SZW Eddy van Hijum heeft op 16 september 2024 een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij zijn standpunt over de huidige regeling RVU uiteenzet.
De aanleiding voor de brief is het aflopen van de huidige vrijstelling voor het betalen van een boete over een RVU-regeling per 1 januari 2026. De vakbonden zijn al met acties in het OV begonnen om af te dwingen dat de huidige boetevrijstelling gehandhaafd blijft en dat de vrijstelling ook nog tot een hoger bedrag gaat gelden.
De RVU-boetevrijstelling
De RVU-boetevrijstelling is in 2019 als onderdeel van het Pensioenakkoord, dat de hervorming van het pensioenstelsel regelde, voor een periode van vijf jaar in het leven geroepen. Het doel was om met de tijdelijke regeling de overgang naar langer doorwerken te versoepelen. De minister geeft in zijn brief aan dat dat doel, langer doorwerken, wat hem betreft nog steeds van toepassing is. Hij schrijft: ‘Ik wil vast blijven houden aan de stip op de horizon, dat uiteindelijk iedereen gezond werkend zijn of haar pensioen kan halen. Iedere werkende zou immers gezond zijn of haar werk moeten kunnen uitvoeren.’
Doel beleid gericht op gezond doorwerken tot pensioenleeftijd
Het vergroten van duurzame inzetbaarheid van medewerkers is voor de minister nog steeds de oplossing. Hij schrijft: ‘de smalle focus op de RVU doet geen recht aan de veelzijdigheid van de vraag hoe we mensen gezond werkend de pensioenleeftijd kunnen laten bereiken. Eerder uittreden alleen lost het probleem van zwaar werk niet op. Daarvoor zijn andere maatregelen nodig, die helpen de omstandigheden te creëren die nodig zijn om ervoor te zorgen dat mensen wél gezond kunnen doorwerken.’ Het werk moet in de eerste plaats zo georganiseerd worden dat dit een minimale belasting voor de gezondheid betekent. In het geval werk zwaar en belastend blijft zouden alternatieve oplossingsrichtingen volgens de minister aanpassing van het werk, aanpassen werktijden, inzet verlof en deeltijdpensioen zijn.
De minister ziet beperkte mogelijkheden in een voortzetting van de boetvrijstelling voor een RVU-regeling. In zijn brief schrijft hij dat: ‘we samen met sociale partners moeten inzetten op een brede aanpak op gezond langer doorwerken, waar een voortzetting van de RVU-maatregel onderdeel van uitmaakt zo lang dit nodig én verantwoord blijft. Maar dan moeten we er met werkgevers en werknemers wel voor zorgen dat de RVU-regelingen alleen daar landen waar ze echt nodig zijn.’ Geen generieke vrijstelling voor de introductie van een RVU-regeling dus, maar een gerichte toepassing ingebed in een uitgebreider beleid dat langer gezond doorwerken mogelijk moet maken.
Toekomst boetevrijstelling RVU
De minister geeft aan dat er gewerkt wordt aan budgettaire ruimte voor de voortzetting van de huidige boetevrijstelling. Deze zou volgens hem gefinancierd worden ‘door verhoging van het RVU-heffingspercentage en een toename van de Aof-premie.’ De boetevrijstelling die werkgevers in staat zouden moeten stellen om de RVU-uitkering mogelijk te maken moeten dus door de minister gefinancierd worden door andere door de werkgever te betalen lasten. De minister eindigt zijn brief met het uitspreken van de hoop dat de vakbonden en werkgevers met hem weer verder willen praten over het gezond doorwerken tot de pensioenleeftijd.
Bron: Brief minister SZW Gezond naar het pensioen 16-09-2024