ga naar de hoofdinhoud

Prinsjesdag 2024

Prinsjesdag leverde niet heel veel verrassingen op.

Veel plannen van het nieuwe kabinet waren al uitgelekt en vóór Prinsjesdag had het kabinet al een regeerprogramma gepresenteerd. Het regeerprogramma is een nadere uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord van mei 2024.

De werkgevers zijn in het algemeen wel tevreden met de nieuwe plannen. Het kabinet zet duidelijk in op het lonend maken van werk en de lastenverzwaringen voor werkgevers blijven beperkt. In hoeverre de plannen uiteindelijk ook te financieren zijn moet nog gaan blijken. Aan de inkomstenkant van de begroting zitten nog wat risico’s.

Koopkrachtmaatregelen
De koopkracht stijgt in 2025 met 0,7%. De koopkrachtstijging komt als volgt tot stand:

  • Invoering extra belastingschijf;
  • Huurtoeslag gaat in 2026 omhoog;
  • Algemene heffingskorting gaat omlaag met maximaal 335 euro;
  • Kindgebonden budget stijgt met maximaal 75 euro per kind.

Werkzekerheid
De basis voor bestaanszekerheid is werk. Met de huidige regelgeving zijn volgens het kabinet werkgevers onvoldoende wendbaar en hebben sommige werknemers onvoldoende werk- en inkomenszekerheid. Het huidige stelsel verstrekt de bestaande tweedeling tussen werknemers die makkelijk meekomen en degenen met juist een afstand tot de arbeidsmarkt.

Er wordt daarom door het kabinet ingezet op:

  • Meer mensen een vaste baan;
  • Doorgeschoten flexibele contractvormen terugdringen;
  • Wetsvoorstel voor meer zekerheid flexwerkers; uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen;
  • Wetsvoorstel voor meer duidelijkheid werknemer of zelfstandige;
  • Verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen;
  • Afschaffen handhavingsmoratorium.

Na een jaar arbeidsongeschiktheid wordt het voor kleine en middelgrote werkgevers mogelijk na een jaar ziekte volledig te richten op tweede spoor

Arbeidsmarkt
Het kabinet wil met maatregelen het hoofd bieden aan de huidige krapte op de arbeidsmarkt en heeft daartoe een brede agenda op vijf punten:

  1. Verhogen van de kwaliteit van het werk
    focus verschuift van creëren werkgelegenheid naar zorgvuldiger omgaan met bestaande potentiële beroepsbevolking:
    - eerlijk loon
    - goede arbeidsomstandigheden;
    - zekerheid voor de toekomst
    - contractvorm + employability.
    Dat betekent verdere uitwerking arbeidsmarktpakket.
     
  2. Versterken van de economie
    Keuzes maken over het soort werk dat moet worden gestimuleerd. Het overheidsbeleid wordt doorgelicht op krapte en schaarste.
    Uitgangspunt zorg: werk moet gedaan worden met de huidige populatie en de natuurlijke aanwas.
    Overheid stopt met groeien: groei kaapt capaciteit andere sectoren weg.
     
  3. Verhogen productiviteit
    Toepassing van innovatie en arbeidsbesparende technologieën moeten worden gestimuleerd.
    Op sectoraal niveau moet worden onderzocht hoe de productiviteit kan worden verhoogd.
     
  4. Vergroten duurzame arbeidsmarktparticipatie
    - Aanspreken van nu nog onbenut arbeidspotentieel.
    - Verlagen van het ziekteverzuim
    - Maatregelen om de arbeidsduur van werkenden te vergroten.
    - Bewaken werk-privé balans:
    - vergroten bekendheid flexibel werken – werk en mantelzorg
    - verlofstelsel (administratief) vereenvoudigen: kort en langdurend zorgverlof worden samengevoegd tot 'mantelzorgverlof’'
    Aan de SER advies gevraagd over toekomstbestendige combinatie werk en mantelzorg.
     
  5. Verbeteren match tussen werkzoekenden en werkgevers
    - inrichten één werkcentrum per arbeidsmarktregio aan te bieden
    - sectorale ontwikkelpaden verder uitwerken
    - betere matching noodzaak om mensen op te leiden die ene bijdrage leveren aan de maatschappelijke opgaven

Vereenvoudiging inkomensondersteuning

  • Menselijke maat staat voorop. Een vergissing of fout mag niemand in grote problemen leiden;
  • Begrijpelijke rechten en plichten: beperkt aantal voorwaarden, wetten en dienstverleners;
  • Terugvorderingen en voorschotten zoveel mogelijk beperken;
  • Toegankelijke dienstverlening via gemeenschappelijke loketten en gegevensindeling;
  • Het Rijk regelt inkomensbasis goed, zodat mensen niet afhankelijk zijn van gemeentelijke minimaregelingen;
  • Hervorming toeslagen- en belastingstelsel en op diverse onderdelen sociale zekerheid;
  • Verkenning voor vervanging van de heffingskortingen, aftrekposten en toeslagen door inkomensonafhankelijke toeslagen en andere belastingtarieven;
  • Verminderen aantal inkomensafhankelijke regelingen.

Flex werk; de ingezette lijn wordt voortgezet
Als het gaat om het terugdringen van flexwerk voert het nieuwe kabinet de agenda van het vorige kabinet uit. Hiervoor zitten de volgende wetsvoorstellen al in de pijplijn:

  • de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties, deze wet beoogt meer duidelijkheid te bieden over wie een zelfstandige en wie een werknemer is;
  • de Wet basisverzekering arbeidsongeschikten, op grond van deze wet moeten zzp’ers zich straks verplicht verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid;
  • de Wet meer zekerheid flexwerkers, deze wet biedt flexwerkers meer zekerheid over hun roosters en werktijden. Ook gaat het kabinet verder met de door het vorige kabinet al aangekondigde introductie van een nieuw verlof stelsel, waarin het aantal verlofregelingen wordt teruggedrongen naar drie regelingen.

Sociale zekerheid

  • Arbeidsongeschiktheid
    Het kabinet zal voorstellen in reactie op het advies van de onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) welwillend bezien.
    Er komt een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
     
  • Ziekte
    Het kabinet wil het mogelijk maken dat kleine en middelgrote werkgevers onder voorwaarden straks na één jaar ziekte van de werknemer de re-integratie volledig kunnen richten op het vinden van een werkplek bij een andere werkgever.
     
  • Zorgverzekering
    Het eigen risico wordt in 2025 en 2026 bevroren op € 385 om daarna in 2027 fors te verlagen naar € 165. Er komt ook een maximering van € 50 per behandelprestatie in een ziekenhuis. De hieruit voorvloeiende stijging van de zorgpremie worden voor burgers gecompenseerd via een verlaging van de inkomstenbelasting en voor bedrijven via de AOF-premie. Overigens gaan de Aof-premies in 2025 eerst licht omhoog.
     
  • WW
    De beleidsopties om de WW te hervormen en daarmee te bezuinigen worden eind 2024 naar de Kamer gestuurd. De hervorming kan bestaan uit het verlengen van de opzegtermijn in arbeidscontracten in combinatie met een poortwachterstoets WW bij het UWV en/of een verkorting van de WW-duur tot 18 maanden.
     
  • AWF-premie
    De verhoging van de AWF-premie (werkgeverspremie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds) wordt een jaar extra naar voren gehaald. Voor zowel vaste als flexibele contracten wordt deze al per 2025 met 0,1%-punt verhoogd.
     
  • Transitievergoeding
    Er komt een wetswijziging om vanaf 1 juli 2026 de compensatie van werkgevers voor de te betalen transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid (na afloop van de twee jaar loondoorbetalingsplicht) te beperken tot kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers). Werkgevers met 25 of meer werknemers worden niet meer gecompenseerd.
     
  • Crisisregeling
    Het kabinet zal werken aan een regeling waarmee werkgevers hun werknemers kunnen behouden tijdens een crisis buiten het reguliere ondernemersrisico.
     
  • Kinderopvangtoeslag
    Na de toeslagenaffaire beloofde het kabinet beterschap en zou het hele systeem van toeslagen op de schop gaan. In het regeerakkoord worden hier heel weinig worden aan besteed. Het kabinet vervangt de kinderopvangtoeslag door een nieuw stelsel van financiering. Er komt een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding voor alle werkende ouders. De overheid betaalt de vergoeding rechtstreeks aan kinderopvangorganisaties. In het nieuwe stelsel zal er niet meer worden teruggevorderd bij ouders. De vraag is wanneer dit nieuwe stelsel ingaat en wat dit precies gaat betekenen voor de werkende ouders.
     
  • Certificeringsplicht voor uitzendbureaus
    Malafide uitzendbureaus worden aan banden gelegd, onder andere met een toelatingsstelsel voor uitzendbureaus (Wtta) en de uitbreiding van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Het kabinet start op korte termijn een technische verkenning naar de mogelijkheid om op sectoraal niveau het inlenen van arbeidskrachten te verbieden of een verplichting op te nemen om een minimaal percentage arbeidskrachten in eigen dienst te nemen. Bij de beslissing of deze bestaande bevoegdheid in de Waadi daadwerkelijk wordt ingezet, zal de sectorale impact worden meegewogen evenals de verwachte effectiviteit en proportionaliteit.

Lees meer op de website van VNO-NCW of download de Prinsjesdag-nieuwsbrief (pdf)